Naam: Fleur Jong
Geboortedatum: 17 december 1995
Atletiek klasse: T62, dubbele onderbeenamputatie
Discipline: Verspringen, 100 meter, 200 meter (t/m 2017)
Mijn naam is Fleur Jong. Ik ben geboren op 17 december 1995 en opgegroeid in Middenbeemster, Noord-Holland. Hier woonde ik samen met mijn ouders en jongere broertje. Elke dag ben ik op de atletiekbaan in het Olympisch Stadion in Amsterdam te vinden, waar ik samen met Team Para Atletiek train. Inmiddels woon in ook in Amsterdam. Maar ik begin even bij het begin.
Bijna 17 jaar lang leidde ik een leven zoals dat van de meesten van mijn leeftijd. Ik ging elke dag naar school, in het weekend wilde ik leuke dingen doen met vrienden en ik deed aan sport. Dansen was het helemaal voor mij en daarnaast heb ik ook getennist. Alles altijd even fanatiek. Maar in december 2012, een paar dagen voor mijn 17e verjaardag, kwam daar verandering in.
Ik ging naar huis van school met wat ik dacht dat een griepje was. Nog geen 24 uur later werd ik met spoed naar het ziekenhuis gebracht en deden de artsen er alles aan om mij in leven te houden. Ik had een bacterie. Vrij onschuldig en iedereen draagt deze bij zich, tenzij deze in je bloedbaan terecht komt. Dat was bij mij gebeurt en daardoor raakte mijn lichaam in een toxic shock en werd ik heel erg ziek. Wat er gebeurt tijdens zo’n shock is dat je lichaam, vindingrijk als het is, alleen nog bloed circuleert naar je vitale delen zoals je hart, longen en hersenen. Dat betekent dus niet meer naar je tenen en uiteinden van je vingers en zonder bloedtoevoer sterven deze af. De helft van acht vingers, mijn rechtervoet en links mijn voorvoet en hiel moesten worden geamputeerd. Na al het verdriet stond alles in het teken van opbouwen.
Ik ging naar huis van school met wat ik dacht dat een griepje was. Nog geen 24 uur later was is met spoed naar het ziekenhuis gebracht en deden de artsen er alles aan om mij in leven te houden.
Ik wilde mijn leven weer op gaan pakken. Het zou wel even anders worden dan dat ik voorheen gewend was, maar de juiste weg zouden we wel vinden. Dat wist ik zeker, want we hebben een hoop lieve vrienden en familie die mij, waar ze konden, hielpen. Ik vond de juiste prothesemaker in Frank Jol en de eerste nieuwe stappen werden al snel gezet. Ik liep echter al snel tegen één échte beperking aan, mijn linker voet. Mijn enkel mocht dan nog goed functioneren, maar van mijn voet zelf was zo weinig over dat ik er slecht mee kon lopen. Na veel praten met mijn ouders, maar ook zeker mijn prothesemaker, besloot ik mijn linkervoet, net als mijn rechter, ook te laten amputeren. Dan zou ik twee onderbeen amputaties hebben. Twee gelijke benen waar mooie protheses voor gemaakt konden worden en vooral waarmee ik weer goed zou kunnen lopen, maar ook weer sporten! Een strijd in het ziekenhuis begon, maar op 5 december 2013 vond mijn tweede amputatie plaats. De belangrijkste en beste beslissing in mijn leven tot nu toe!
Toen was voor mijn gevoel pas écht alles achter de rug, kon ik weer verder met opbouwen en mijn ‘nieuwe’ leven invulling geven. Ik ging weer elke dag naar school en probeerde verschillende sporten uit op een paralympische talentendag van NOC*NSF. Deze talentendag was op 5 oktober 2013, nog voor mijn tweede amputatie dus. Bondscoach atletiek Guido Bonsen sprak mij aan en vond dat atletiek wel iets voor mij was. Hij zag potentie. Ik legde mijn situatie uit en hij gaf mij een kaartje met zijn nummer samen met de woorden: ‘’Bel maar als je tweede been eraf is’’. Een ogenschijnlijk bizarre oneliner, maar zo was het wel en zo gezegd zo gedaan. In april belde ik en sloot ik vervolgens af en toe aan bij zijn trainingen. Ik vond het leuk en merkte ook dat ik er fysiek op vooruit ging. Mijn dagen bestonden vanaf toen uit school, ik wilde mijn vwo afmaken, en daarnaast zo veel mogelijk trainen om sterker te worden. Sportprotheses, de ‘blades’, had ik nog niet, maar dat is ook niet nodig in het begin. Ik trainde mee op mijn dagelijkse protheses. 9 oktober 2014, een jaar na de talentendag mocht ik mijn eerste paar blades aantrekken. Wat was dat gaaf, een heerlijk gevoel, ookal leek mijn rennen meer op stuiteren. Vanaf toen ben ik elke vrijdag aangesloten bij een training van de paralympische selectie en trainde ik verder bij de plaatselijke atletiek vereniging. Ondertussen ging ik ook mijn examenjaar in, dus je kunt wel zeggen dat ik een ‘nieuwe invulling’ gevonden had!
”Bel maar als je tweede been eraf is’’. Een ogenschijnlijk bizarre oneliner maar zo was het wel, en zo gezegd zo gedaan. In april belde ik en sloot ik vervolgens af en toe aan bij zijn trainingen. Ik vond het leuk en merkte ook dat ik er fysiek op vooruit ging. Mijn dagen bestonden vanaf toen uit school, ik wilde mijn vwo afmaken, en daarnaast zo veel mogelijk trainen om sterker te worden.
Het trainen vond ik leuk en mijn atletiek hart begon ook steeds meer te groeien. Het ging goed en ik mocht al snel mee op mijn eerste trainingskamp. Ik werd steeds beter en op mijn eerste wedstrijd ooit zat ik 0.04 sec boven de WK-limiet. Dit kon dus echt wel eens iets gaan worden dacht ik. Een paar weken later plaatste ik mij voor de WK, slaagde ik voor mijn vwo en besloot ik fulltime te gaan trainen. Als ik de WK kon halen dan waren de Paralympische Spelen in Rio de Janeiro ook een gaaf doel! Ik wilde er alles aan gaan doen om mijn kansen voor Rio zo groot mogelijk te maken. Dus begon mijn carrière als fulltime atlete op 1 augustus 2015, bijna 2 jaar na da paralympische talentendag en bijna 3 jaar nadat ik ziek werd. Sindsdien ben ik nooit meer van de atletiekbaan geweken en heeft het mijn hart verovert.
Dat ik mijn leven weer op zou pakken heb ik nooit aan getwijfeld, maar hoe was een verrassing en wat voor één!